Statenkwartier van toen: Bleekneusjes naar buiten via Frankenslag

door Karel Wagemans

Velen zullen zich nog wel de term bleekneusjes herinneren. Het was lange tijd de gebruikelijke benaming voor verkommerde stadskinderen, die ter aansterking naar buiten werden gezonden. De organisatie van die uitzending werd in 1918 voor het eerst landelijk geregeld door de Centrale commissie voor uitzending van Nederlandsche kinderen naar buiten, al snel kortweg aangeduid als Kinabu.

Kindervrienden op het platteland gezocht! (HGA)

De drijvende kracht achter de totstandkoming van die commissie in mei 1918 was de arts Cornelis Dekker (1861-1928) van de Statenlaan 70. Het voortduren van de Eerste Wereldoorlog leidde in Nederland namelijk tot een steeds nijpender schaarste op alle fronten. Zoals dokter Dekker (die zijn sporen reeds had verdiend in de strijd tegen de tuberculose en mede-bedenker is van de naam Emmabloem) constateerde, dreigden vooral de stadskinderen uit arme gezinnen hiervan de dupe te worden. Dekker lanceerde daarom het plan “om reeds deze zomer kinderen die door ondervoeding worden bedreigd in de leeftijd van 6 tot 15 jaar van alle gezindten, uit de grote steden en fabriekscentra voor korte of langere tijd naar buiten te zenden. [Want] het beschermen van de jeugd is de plicht van het geheele volk!” 

Dekker had berekend dat het landelijk om zo’n 25.000 kinderen ging, die ook nog eens gebrek hadden aan kleding en schoeisel. Hun huisvesting en verzorging zou tegen een vergoeding moeten worden toevertrouwd aan ”daarvoor geschikte gezinnen van gelijken Godsdienst of gelijke denkwijze”. Voor dit alles dienden honderdduizenden guldens bijeengebracht te worden. Een ieder werd dan ook met klem opgeroepen de beurs te trekken. En dat gebeurde. Dat jaar konden door toedoen van de commissie 4.000 stadskinderen bij gezinnen op platteland worden ondergebracht. Bij de realisatie van Dekkers initiatief was van meet af aan betrokken geweest de toenmalige voorzitter van de Gezondheidsraad, dr. Nico Josephus Jitta (1858-1940). Die achternaam heeft in het Statenkwartier beslist geen onbekende klank, want zijn kleinzoon Steef is jarenlang actief geweest in het Wijkoverleg. De grootvader woonde sinds 1921 op het Frankenslag 137 en werd in 1925 tevens voorzitter van Kinabu. Hij is dat tot op hoge leeftijd gebleven. Bij zijn overlijden in 1940 werd hij geroemd als “een hoogst verdienstelijk Nederlander”. 

Nicolaas Marinus Josephus Jitta (HGA)

Aan het Frankenslag zat Josephus Jitta als voorzitter van Kinabu dicht bij het vuur, want het kantoor van de commissie had daar in 1919 eveneens onderdak gevonden. Nr. 83 zou met een onderbreking tijdens de oorlogsjaren vanwege de evacuatie tot in de jaren 1960 het adres van Kinabu blijven. Dekker had wegens een slopende ziekte in 1920 zijn activiteiten binnen de commissie moeten staken. Zijn werk werd overgenomen door mr. Joan de Crane (1869-1938), die ook al op het Frankenslag – op nr. 348 woonde. Deze verhuisde nadien naar Zeist en het zal wel geen toeval zijn geweest, dat juist daar vlakbij te Soesterberg in augustus 1930 de eerste steen werd gelegd voor een “eigen” opvanglocatie van Kinabu. Die handeling werd verricht door het 5-jarige kleinzoontje en naamgenoot van de voorzitter, in de Arnhemsche Courant abusievelijk diens zoontje genoemd.

Arnhemsche Courant, d.d. 9 augustus 1930

De werkzaamheden van de centrale commissie werden dus na de beëindiging van de Eerste Wereldoorlog in november 1918 zonder mankeren voortgezet. De uitgebrachte jaarverslagen laten de noodzakelijkheid daarvan zien. Zo werden tijdens de crisisperiode via de centrale commissie jaarlijks zo’n 2.400 stadskinderen op medische indicatie tijdelijk buiten ondergebracht. Ook in de jaren 1950 bleven de aantallen aanvankelijk nog hoog. Maar de reden voor uitzending leek gaandeweg verlegd te worden. Het Vaderland schreef daarover althans in 1959: “Veel nerveuze en zwakke stadskinderen zijn na hun zesweeks verblijf met een grote dosis gezondheid en levenslust weer huiswaarts gekeerd.” Dat jaar werd er intern bij stilgestaan, dat de organisatorische motor achter de uitzending, Jo Rietveld (1896-1970), sinds 1919 als administrateur in dienst van Kinabu was. Zijn 40-jarig arbeidsjubileum werd met een receptie op het kantoor aan het Frankenslag opgeluisterd. Nadien is de locatie daar niet meer in het nieuws geweest.

Familiebericht in ‘het Algemeen Handelsblad’, d.d. 6 juni 1940

Als zorgfactor verdwenen de bleekneusjes tegen het midden van de jaren 1960 vrijwel geheel uit beeld. Hun plaats werd ingenomen door jongeren, die te kampen hadden met hun zenuwen of omgangsproblemen thuis. De opvang via Kinabu onderging daardoor drastische veranderingen, maar dat is een andere geschiedenis. 

J. Rietveld (rechts) tijdens de receptie op Frankenslag 83. ‘Het Vaderland’, d.d. 18 maart 1959

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.