rapport onderzoek Statenwarmte

Op welke wijze het Statenkwartier aankijkt tegen een CO2-neutrale toekomst is te lezen in het rapport over het onderzoek Statenwarmte. Het rapport laat zien wat de afgelopen twee jaren is gedaan om opties voor een duurzame verwarming te inventariseren, tegen elkaar af te wegen en de mening van de wijk te peilen. Het rapport kunt u lezen en downloaden met deze link. Het wordt gepresenteerd in een online Zoom-bijeenkomst op woensdag 25 november 2020 om 20.00 uur, klik voor details op Presentatie.

1 antwoord
  1. Laurence Ford zegt:

    KANTTEKENINGEN BIJ ONDERZOEKSRAPPORTAGE STATENKWARTIER

    INLEIDING

    Het rapport van de Bewonersgroep Statenwarmte, dat de titel ‘Onderzoeksrapportage Statenkwartier’ heeft gekregen, is geen wijkenergieplan, dat in het kader van het project Statenwarmte vóór eind 2020 zou worden opgesteld. In het rapport wordt verslag gedaan van de activiteiten om de voor het Statenkwartier vereiste energietransitie onder de aandacht van de wijkbewoners te brengen met de huis-aan-huis verspreide meningspeiling als sluitstuk.
    In het hiernavolgende zijn kanttekeningen geplaatst bij het rapport. Op een aantal punten is sprake van een inhoudelijk verschil van inzicht, waardoor het dezerzijds niet mogelijk is alle in het rapport gepresenteerde bevindingen en conclusies te onderschrijven. Het zij zo.

    KANTTEKENINGEN

    p1 Bewonersgroep Statenwarmte.
    Volgens de website van Statenwarmte vertegenwoordigt Statenwarmte niemand, is Statenwarmte een project op initiatief van BES en het Wijkoverleg en is er een projectteam, dat gedragen wordt door tientallen wijkbewoners. Tot voor kort was niet bekend, wie de leden van het projectteam zijn. Recent is deze lacune op de website van Statenwarmte aangevuld door te vermelden dat het projectteam bestaat uit: Marja Langenberg, Robert Sandbergen, Guido Enthoven, Tom Egyedi, Gregor de Graaf, David van der Wal, Henk Wardenaar en Menno de Groot. Niet is vermeld, hoe lang zij al deel uitmaken van het projectteam.

    p3 De gemeente Den Haag heeft de ambitie dat alle wijken uiterlijk in 2030 van het gas af gaan.
    Volgens het verslag van Statenwarmte van de wijkbijeenkomst van 4 maart heeft de wethouder aangegeven dat ‘aardgasvrij’ als stip op de horizon is gezet om een duidelijk streven te hebben bij het zoeken naar oplossingen en dat de inzet van aardgas in bestaande bouw nog mogelijk is. Het Stedelijk Energieplan maakt geen melding van een ambitie van de gemeente dat alle wijken uiterlijk in 2030 van het gas afgaan. Integendeel, in de toekomst kan er nog steeds een gasnet zijn voor duurzaam gas of als overbrugging voor situaties waarbij aardgas nog nodig blijft voor de piekvraag.
    Kortom, de Bewonersgroep Statenwarmte heeft zich laten misleiden door als één van de uitgangspunten de ambitie van de gemeente voor een aardgasloos Den Haag in 2030 (p11) te hanteren.

    p4 Ongeveer 25% van de bewoners heeft deelgenomen aan de meningspeiling, 71% van de bewoners is voorstander van het scenario ‘Afwachten’, terwijl dat in de representatieve steekproef 30% was.
    Het Statenkwartier telt circa 4900 woningen en circa 9800 bewoners. De meningspeiling heeft 1253 reacties opgeleverd. Als vanuit elke woning één reactie is ingestuurd dan is – gerekend naar het aantal woningen – vanuit ongeveer 25% van de woningen een reactie ingezonden. Gerekend naar het aantal bewoners heeft ongeveer 13% van de bewoners een reactie ingezonden.
    Tijdens de wijkbijeenkomst van 4 maart is langs interactieve weg aan de aanwezigen gevraagd: Hoe snel moeten we overstappen op duurzame energie in de wijk? Van de bijna 100 aanwezigen stemde 42% voor Zo snel mogelijk. Dus met behulp van bestaande technieken, terwijl 41% stemde voor Wachten op een technisch optimale oplossing om over te stappen (tenminste 10 jaar verder).
    Kortom, in maart is door wijkbewoners al het signaal afgegeven, dat bij een meningspeiling een groot aantal wijkbewoners er voor zou kunnen kiezen om nog te wachten en later een besluit te nemen.

    p6 Oorspronkelijk was het de bedoeling om als wijk gezamenlijk een eigen Wijkenergieplan (WEP) te maken. Door de uitslag van de meningspeiling en de vervolgens ontstane dynamiek blijkt dit onhaalbaar. Vandaar de titel ‘Onderzoeksrapportage’. Overal waar nog WEP vermeld is, kunt u dus ‘Onderzoeksrapportage’ lezen.
    In het rapport wordt verslag gedaan van de activiteiten om de ook voor het Statenkwartier vereiste energietransitie onder de aandacht van de wijkbewoners te brengen met de meningspeiling als sluitstuk. Maar één pagina is gewijd aan de vraag Hoe nu verder?
    Het ligt voor de hand om aan te nemen dat tijdens de voor 16 december voorziene extra wijkvergadering met als agendapunt Duurzame energievoorziening, kijken naar de toekomst de aanzet gegeven kan worden om te komen tot het nemen van de volgende stap in de richting van de vereiste energietransitie.
    De gedrevenheid van de Bewonersgroep Statenwarmte om vóór eind 2020 een wijkenergieplan op te willen stellen wekt(e) verbazing. Was die gedrevenheid gebaseerd op overmoed, op onwetendheid of op de wens voor de muziek uit te willen lopen?
    Hoe het ook zij, de feiten zijn als volgt:
     In het Klimaatakkoord is bepaald (i) dat de gemeente Den Haag vóór eind 2021 een eerste Transitievisie warmte opstelt, waarin de wijkenergieplannen zijn opgenomen voor de wijken, waarmee de gemeente tot en met 2030 aan de slag gaat, (ii) dat de gemeente de Transitievisie warmte elke vijf jaar actualiseert en (iii) dat de gemeente de eerstvolgende Transitievisie warmte vóór eind 2026 moet opstellen, waarin de gemeente aangeeft, met welke wijken zij tot en met 2035 aan de slag gaat. En zo verder.
     Het voor Den Haag op te stellen Stedelijk Energieplan is nodig om een wijkenergieplan te kunnen maken. In het onder regie van de gemeente voor en door een wijk op te stellen wijkenergieplan staat welke energiebronnen het meest geschikt zijn en in welk tempo de wijk overgaat op schone energie. Het Stedelijk Energieplan, dat in ontwerp is opgesteld in april, is een ambitiedocument met een lange termijn visie op de Haagse energietransitie. Het wordt op 3 december door de Commissie Leefomgeving besproken.
     De Wet collectieve warmtevoorziening is er nog niet en is ook nog niet aan de Tweede Kamer voor behandeling aangeboden. Naar het zich laat aanzien gaat deze wet bepalen wat met betrekking tot een warmtenet als collectieve warmtevoorziening de rechten en plichten van gemeente, warmtebedrijf en bewoners zijn. Het is de bedoeling dat deze wet op 1 januari 2022 in werking treedt. Zie ook p33.
    Kortom,
    – het Statenkwartier is niet verplicht om al vóór eind 2020 een wijkenergieplan op te stellen, dat door de gemeente wordt opgenomen in de vóór eind 2021 op te stellen Transitievisie warmte;
    – het is zinloos om vóór de totstandkoming van het Stedelijk Energieplan met een wijkenergieplan te komen;
    – het is zinloos om in een wijkenergieplan te kiezen voor een warmtenet vóór de inwerkingtreding van de Wet collectieve warmtevoorziening; en
    – daarom is het niet juist om de lezer van het rapport mede te delen, dat overal waar in het rapport nog wijkenergieplan (WEP) vermeld is, ‘Onderzoeksrapportage’ gelezen kan worden, omdat wijkenergieplan en Onderzoeksrapportage niet twee woorden voor hetzelfde zijn: de lezer moet er daarom op gewezen worden dat overal waar in het rapport nog wijkenergieplan vermeld is, ‘Onderzoeksrapportage’ gelezen moet worden.

    p11 Rekening is gehouden met juridische kaders, zoals de toekomstige warmtewet.
    Gegeven het feit dat de toekomstige warmtewet, waarmee de Wet collectieve warmtevoorziening bedoeld zal zijn, nog niet voor behandeling aan de Tweede Kamer is aangeboden, getuigt de stelling dat de toekomstige warmtewet als uitgangspunt is gehanteerd, van blufpoker of koffiedikkijkerij. Geen van beide is een goede basis voor een vóór eind 2020 op te stellen wijkenergieplan, waarin staat welke energiebronnen voor het Statenkwartier het meest geschikt zijn en in welk tempo het Statenkwartier overgaat op schone energie.

    p16 DWA concludeerde dat een warmtenet op 70oC ‘beter lijkt te scoren dan de rest’ onder andere vanwege de haalbaarheid om binnen 10 jaar de wijk aardgasloos te verwarmen.
    Het verslag van DWA van de wijkbijeenkomst van 4 maart 2020, waar DWA het rapport Statenkwartier aardgasvrij heeft gepresenteerd en aan de wethouder heeft aangeboden, meldt:
    Ons advies luidt om van de vijf alternatieven, door te gaan met het collectieve warmtenet op hoge temperatuur, gebruik makend van diverse duurzame bronnen. Zoals geothermie, warmtecentrales en restwarmte uit de industrie. Voor de eerste 500 woningen denken we met name aan warmte van de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) Houtrust. Bij deze optie zijn de integrale kosten het laagst, wordt er gebruik maakt van lokale bronnen, het extra ruimtebeslag is beperkt én het is uitvoerbaar voor 2030. Later is dan met geothermie en/of restwarmte uit de Rotterdamse havens de grote slag te slaan.
    […]
    De volgende stap is dan om de gekozen optie in groter detail uit te werken op het gebied van de techniek, kosten en organisatie. Uiteindelijk zal BES een exploitant moeten vinden die de warmte gaat winnen en naar de woningen zal brengen.
    Uit het DWA rapport en uit het verslag van DWA valt niet af te leiden dat DWA geconcludeerd heeft dat een warmtenet op 70oC ‘beter lijkt te scoren dan de rest’.
    Het verslag van Statenwarmte van de wijkbijeenkomst meldt:
    Uit de analyse blijkt dat een warmtenet op 70 graden in financieel opzicht net iets gunstiger is dan de andere alternatieven ook ten opzichte van doorgaan met aardgas. Maar als de prijs van een duurzaam gas gunstiger wordt dan aangenomen, kan dit interessant zijn. Er is echter wel onduidelijkheid over de beschikbaarheid, wanneer en hoeveel.
    Diegenen, die zouden willen kiezen voor een warmtenet 70oC en in het DWA rapport een bevestiging van hun keuze willen lezen, kunnen dat. Daarbij gaan zij wel voorbij aan de waarschuwingen (i) van DWA dat de keuze voor een warmtenet in groter detail moet worden uitgewerkt op het gebied van de techniek, kosten en organisatie en (ii) van Statenwarmte, dat onder andere aannames duurzaam gas gunstiger wordt dan door DWA is aangenomen.
    DWA stelt dat later (na 2030?) met geothermie en/of restwarmte de grote slag te slaan is. Het is de vraag, hoeveel woningen van het Statenkwartier met geothermie verwarmd kunnen worden. Op het geothermieproject Haagse Aardwarmte Leyweg zullen in eerste instantie 1200 woningen worden aangesloten; op termijn is uitbreiding naar 2500 woningen mogelijk. Eneco bepaalt welke woningen aangesloten zullen worden. Het is dus de vraag of – en zo ja, hoeveel – woningen in het Statenkwartier met geothermie verwarmd zullen worden.
    Overigens is een aardgasvrij Statenkwartier met geothermie zeer zeker niet en met restwarmte misschien niet mogelijk:
     geothermie – met het geothermieproject Haagse Aardwarmte Leyweg wordt met het warme water jaarlijks 1 miljoen m3 aardgas geproduceerd, een hoeveelheid, die gebruikt zal worden in stookinstallaties en overeenkomt met de hoeveelheid aardgas, die jaarlijks door 550-600 woningen wordt verbruikt;
     restwarmte – is alleen aardgasvrij als het industrieproces, dat de restwarmte levert, aardgasvrij is.

    p18 Scenario D. Afwachten: u hoeft nu niets te veranderen.
    Scenario D was Afwachten, later een besluit nemen. Door scenario D in het rapport de benaming Afwachten te geven en daar aan toe te voegen u hoeft niets te veranderen, wordt de overgrote meerderheid van de 71%, die in de meningspeiling voor scenario D heeft gekozen, waarschijnlijk tekort gedaan, omdat aan te nemen valt dat voor deze overgrote meerderheid bij de keuze voor scenario D het accent lag op later een besluit nemen.
    In het Stedelijk Energieplan is over het Statenkwartier geschreven, dat in najaar 2020 een representatieve steekproef en een wijk-brede meningspeiling georganiseerd, waarbij bewoners zich hebben uitgesproken over vier scenario’s en er voor hebben gekozen liever nog te wachten en later pas een besluit te nemen.

    p24 Conclusie: het Statenkwartier wil afwachten.
    Zoals opgemerkt in kanttekening p18, moet – alles overziende – de conclusie uit de meningspeiling zijn: het Statenkwartier wil later een besluit nemen.

    p31 Uitgangspunt van het Klimaatakkoord is ‘Woonlastenneutraliteit’. In sommige gevallen zal dat dit lukken. In andere gevallen niet.
    Voor het slagen van een duurzame transformatie van woningen hanteert het Kabinet als uitgangspunt woonlastenneutraliteit (gedefinieerd als gelijkblijvende of lagere maandelijkse lasten voor energie en verduurzaming in vergelijking met de maandelijkse lasten voor energie zonder verduurzaming). Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft berekend dat het haast onmogelijk is een woning met energielabel G woonlastenneutraal te verduurzamen naar energielabel B: voor een comfortabele overgang naar een aansluiting op een warmtenet 70oC lijkt energielabel B een vereiste.
    Begin september stonden op Funda in het Statenkwartier 15 woningen te koop, waarvan er 10 geen energielabel, energielabel G of energielabel F hadden. Als dit beeld representatief is voor het Statenkwartier, dan zal het voor veel woningeigenaren niet mogelijk zijn de eigen woning woonlastenneutraal te verduurzamen naar energielabel B.

    p33 In de nieuwe warmtewet staan geen belemmeringen voor deelname van bewoners aan een nieuw op te richten warmtebedrijf.
    In de meningspeiling werd gevraagd of bewoners wilden investeren in een warmtewet, waardoor bewoners meer invloed krijgen en een lagere prijs betalen. Bewoners is in de meningspeiling niet gevraagd of zij wilden deelnemen in een nieuw op te richten warmtebedrijf.
    Aan kanttekening p6 kan over de Wet collectieve warmtevoorziening worden toegevoegd, dat niet valt in te zien dat het – uitgaande van de rechten en plichten, die in het ontwerp van deze wet aan een warmtebedrijf zijn toegeschreven – voor bewoners van het Statenkwartier mogelijk zal zijn te investeren in een warmtenet met als doel meer invloed te krijgen en een lagere prijs te betalen.
    Afgezien daarvan is het de vraag of het voor bewoners van het Statenkwartier zin heeft om deel te nemen in een nieuw op te richten warmtebedrijf, niet alleen omdat nog niet duidelijk is, welke rechten en plichten uiteindelijk in de Wet collectieve warmtevoorziening aan een warmtebedrijf zullen worden toegeschreven, maar ook omdat niet vast staat dat het nieuw op te richten warmtebedrijf door de gemeente zal worden aangewezen als het warmtebedrijf dat integraal verantwoordelijk zal zijn voor de productie/inkoop, het transport en de levering van warmte aan het Statenkwartier.

    Laurence Ford
    lwjford@xs4all.nl

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een antwoord achter aan Laurence Ford Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.